Manuele Toepassingen gebaseerd op de DORN methode
De Dorn methode vindt zijn oorsprong in Duitsland. De grondlegger hiervan is Dieter Dorn . Een eenvoudige boer met een eenvoudige filosofie: “Ein kranken rücken soll mann drücken”. Inmiddels is het in Duitsland een wijdverbreide geneeswijze en alom geaccepteerd. Om deze behandelmethode in Nederland meer bekendheid te geven en voor meer mensen toegankelijk te maken, is er gezocht naar een vorm die voldoet aan hoge eisen van zowel cliënt als behandelaar.
Bij manuele toepassingen gebaseerd op de Dorn methode wordt ervan uitgegaan dat klachten aan het bewegingsapparaat veelal ontstaan door een beenlengteverschil.Door dat verschil kan er een bekkenscheefstand ontstaan en daardoor kunnen wervels in de wervelkolom verschuiven.Bij de meeste therapievormen wordt het kortere been kunstmatig langer gemaakt, terwijl we hier juist het langere been op een natuurlijk manier korter maken.
Als gevolg van de verschuivingen in de wervelkolom kunnen er ook allerlei lichamelijke klachten ontstaan. Deze klachten noemt men ook wel segmentale verschijnselen. Eén voorbeeld hiervan is dat er door een foutieve stand van C1 (Axis) migraine kan ontstaan, maar ook chronische vermoeidheid of hoge bloeddruk.
De Methode
Deze methode is een zachte ,dynamische manier om wervelscheefstand en beenlengte verschil op te heffen. Tijdens de hele behandeling heeft de cliënt een actieve rol door te bewegen, terwijl de therapeut corrigeert . Bovendien levert deze methode zelfhulpoefeningen aan de cliënt zodat men thuis actief en bewust mee kan werken aan een blijvend resultaat.
Iedere behandeling begint met het corrigeren van een eventueel beenlengte verschil. Beenlengte kan door drie gewrichten worden beïnvloedt. Te weten het heup gewricht, het kniegewricht en het spronggewricht. We beginnen altijd met een correctie aan het heupgewricht, vervolgens het kniegewricht en daarna het spronggewricht. Deze correctie passen we op beide benen toe. Het kan namelijk zijn dat er in beide benen een ander verschil zit. Vervolgens wordt er op het bekken, en de wervelkolom gewerkt. Ook het sleutelbeen, het kaakgewricht, de elleboog , de pols, de duim en de vingers kunnen met deze methode worden gecorrigeerd.